Het schrijven van een webtekst is een struikelblok voor veel ondernemers. Niet zo gek, want je moet met een heleboel factoren rekening houden. Met taal en spelling, natuurlijk, maar ook met je lezer, het internet en zoekmachines. Daarom geef ik je in deze blog een paar handvaten op basis waarvan je een eenvoudige, maar goede webtekst kunt schrijven. Aan de slag!
Stap 1: Bepaal het doel van je tekst
Een webtekst schrijf je nooit zomaar. Ga daarom voor jezelf na wat je met je woorden wilt bereiken. Schrijf je een informatieve tekst, bijvoorbeeld over de historie van je onderneming? Of wil je je lezer overtuigen om een dienst of product bij je af te nemen? Voorbeelden van tekstdoelen zijn:
- Informeren
- Overtuigen
- Verklaren
- Activeren
- Amuseren
- Adviseren
Probeer het doel van je tekst zo specifiek mogelijk te maken, dan vergroot je de kans dat je dat doel ook bereikt. Je zult zien dat je, met het tekstdoel in je achterhoofd, ook je woorden beter weet te kiezen.
Stap 2: Wie is de lezer?
Minstens zo belangrijk als het tekstdoel, is je doelgroep. Voor wie schrijf je de tekst? Natuurlijk weet je niet precies wie je website bezoekt, maar je kunt er op basis van bedrijfsdoelstellingen wel een inschatting van maken. Schrijf je de tekst voor potentiële of bestaande klanten? Voor een bepaalde leeftijdsgroep, voor mannen of vrouwen, voor mensen met kennis van je product, voor de lezer die vakjargon begrijpt? Maak voor jezelf een soort profielschets van mogelijke lezers.
Tip! Google Analytics geeft inzicht in de demografische gegevens van je websitebezoekers, zoals leeftijd en de plaats van waar ze je website bekijken.
Stap 3: De juiste toon vinden
Op basis van het doel en de doelgroep van je tekst, bepaal je de aanspreekvorm. Gebruik je ‘u’ of ‘je’, of misschien zelfs ‘jullie’? Je kunt hierin geen foute keuze maken, zolang deze maar past bij jouw klanten. Hetzelfde geldt voor een formele of informele toon. In een informele tekst kun je gerust een (woord)grap maken, maar dat past niet altijd bij een formele schrijfstijl. Denk ook aan het doel van je tekst. Wil je je lezer aanzetten tot actie, dan gebruik je misschien meer imperatieven (‘vraag informatie aan’, ‘aarzel niet’, ‘bestel nu’). En uitroeptekens passen minder goed in een verklarende tekst dan een overtuigende.
Stap 4: Ik, wij of het bedrijf?
Of je nu een blog schrijft of tekst voor een webpagina: in beide gevallen moet je bepalen wie de afzender van de tekst is. Grofweg kun je een tekst op 3 manieren schrijven:
In de ik-vorm: ‘In mijn praktijk behandel ik mensen die het moeilijk vinden om voldoende te bewegen’
In de wij-vorm: ‘In onze praktijk behandelen wij mensen die het moeilijk vinden om voldoende te bewegen’
In de 3e persoon enkelvoud: ‘In de praktijk worden mensen behandeld die het moeilijk vinden om voldoende te bewegen’
Iedere optie heeft voor- en nadelen. Zo creëer je met het gebruik van de 3e persoon enkelvoud wat meer afstand tussen jou en de lezer. Dat kan professioneler overkomen dan de wij- of ik-vorm, maar ook minder persoonlijk.
Welke keuze je ook maakt, zorg dat deze bij je onderneming past. Wees consistent in het gebruik van een bepaalde vorm, zoals ‘ik’ of ‘wij’.
Stap 5: De tekst schrijven
Je hebt nu bepaald wat je met de tekst wil bereiken, voor wie deze bedoeld is, hoe je diegene aanspreekt en vanuit welk oogpunt je de tekst schrijft. Tijd om woorden op het papier te zetten! Zorg ervoor dat je met iedere webtekst steeds 1 onderwerp of een samenhangend geheel van onderwerpen behandelt. In het laatste geval krijgt ieder subonderwerp een eigen alinea. Daar over gesproken, schrijven voor het web kent soms andere regels dan schrijven voor print. Een paar tips:
- Las na elke alinea een witregel in
- Woorden die je belangrijk vindt kun je dikdrukken
- Gebruik titels en tussenkopjes
- Houd gemiddeld 10 woorden per zin aan
- Voeg opsommingen toe, zoals deze ????
Met bovenstaande trucs zorg je ervoor dat lezers je tekst gemakkelijk kunnen scannen. Zo halen ze snel de informatie eruit die voor hen belangrijk is.
